Limburgs een toontaal?
Pet blijft in het Nederlands altijd pet. Of je het nu vragend
of stellend zegt. In een toontaal varieert de betekenis met de
toon. Altijd is gezegd dat toontalen hier niet voorkomen, alleen
een exotisch verschijnsel zijn. Toontalen lijken misschien
nodeloos ingewikkeld, maar zijn waarschijnlijk juist makkelijk te
onthouden voor het menselijk brein.
Het was wel bekend dat met een aantal 'kleine' talen of
dialecten iets geks aan de hand was. "Daarbij ging het om
Litouws, Sloveens, sommige Kroatische dialecten en Limburgs. Er
zijn woorden van één lettergreep die al naar gelang de toon
iets anders betekenen.
Het korte wae/g (met een zgn. stoottoon
uitgesproken) is wegen. Met een zgn. sleeptoon: Wae~g, is het
weg. Alle woorden hebben òf een sleep- òf een stoottoon. Die
paren van één lettergreep hebben het beide. Andere voorbeelden
hiervan zijn: min (minus of gemeen), dao
(daar of ziejewel). Toch zijn er twee
belangrijke verschillen met èchte toontalen. Wij hebben maar
twee tonen. Mandarijns vier, wat veel meer variaties mogelijk
maakt. Toontalen hebben geen klemtoon, zoals elk Nederlands woord
dat heeft. In het Limburgs is alleen toonvariatie als die toon
samenvalt met de klemtoon. Daarom word het limburgs beschouwd als een toondialect.